Dries Bessels: Speedweek op de zoutvlaktes van Bonneville
Al langere tijd was ik (red: Dries Bessels) lid van een Sportster groep op het internet. In die groep werd geconstateerd dat een wereldsnelheidsrecord dat jaren in handen van Harley-Davidson was veroverd was door een groep racers op een Motoguzzi.
We besloten dat we dat niet over onze kant konden laten gaan en na wat overleg was het duidelijk: we moesten naar de zoutvlaktes van Bonneville om het record terug te halen.
Het record was voor standaard benzine motoren tot 1000 CC. Al vrij gauw had een van de leden een Harley Davidson XR1000 gevonden die nog in originele staat was en die is door een van de leden van het team aangeschaft. De motor is vervoerd naar de werkplaats van een van de leden in Atlanta om daar geprepareerd te worden en daarna konden we vertrekken naar Speedweek op de zoutvlaktes van Bonneville.
De races daar vinden plaats op 2 banen, een van 5 mijl lang (op de foto links) en een van 8 mijl (op de foto rechts). Op de 5 mijls baan waar wij raceten heb ja na 2 mijl een meetpunt en na nog een mijl weer een meetpunt. Daarna heb je 2 mijl om tot stilstand te komen. De baan van 8 mijl is gereserveerd voor voertuigen die sneller dan 200 mijl per uur gaan maar daar is een remparachute verplicht.
De races beginnen met een keuring. Hier wordt bekeken of het voertuig veilig genoeg wordt geacht en wordt er bijvoorbeeld gecontroleerd of alle bouten gezekerd zijn.
Daarna krijg je ruimte in de pits toegewezen en kun je je tenten en zo opbouwen. Dat moet ook wel, de zon is vreselijk sterk en je verbrand binnen de kortste keren. Je moet ook rekening houden met de zon die weerkaatst op het zout. Na de eerste dag had ik verbrande kuiten ondanks dat ik een lange broek aan had!
In de pits is de sfeer ongeveer zoals je dat ziet in de film ‘The fastest Indian’. Iedereen helpt elkaar waar nodig en bij veel tenten liggen T-shirts te koop met een bakje er naast voor het geld. Daar komt verder niemand aan en men zou er niet aan denken een t-0shirt mee te nemen zonder te betalen.
Op de eerste avond zaten we op de gemeenschappelijke camping en later in de avond kwam er een pickup aanrijden met een gedeeltelijk afgebouwde Harley in de bak. Het bleken twee instructeurs te zijn van het Motorcycle Mechanics Institute die in de opslag een soort prototype Harley hadden gevonden en hadden besloten mee te racen.
De machine moest eerst nog wel afgebouwd worden en het was grappig om te zien hoe ze dat met behulp van vele monteurs van andere teams deden.
De volgende dagen in de pits waren er veel exotische voertuigen te zien. Een Harley met een invaliden kenteken waarop geraced werd maar ook een custom gebouwde vrachtwagen op diesel (cyclinderinhoud ongeveer 24 liter, geschat 4000 pk) die 232 mijl (374 km!) per uur had gehaald. Wij stonden in de pits, ongeveer 2 kilometer van de racebaan en stonden gewoon mee trillen toen dat ding volgas over de baan ging.
Het eigenlijke racen gebeurt op volgorde van aankomst bij de startlijn. Veel voertuigen hebben, om gewicht te besparen, geen startmotoren or remmen dus moeten ze aangeduwd worden bij de startlijn.
Je snelheid wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde snelheid tussen de 2 meetpunten. Als die snelheid hoger is dan het record dat je probeert te breken wordt het voertuig in de impound geplaatst en moet je de volgende dag de race nog een keer doen. Die impound is er om te voorkomen dat je tussentijdse verandering aan het voertuig aanbrengt. Je mag daar alleen het nodige onderhoud plegen. Het gemiddelde van de 2 races is dan de snelheid waarmee je geregistreerd wordt en die ook bepaald of je het record gebroken hebt.
Wij hebben met motor problemen te maken gehad waardoor we maar 4 van de 7 konden racen en we hebben die keer het record niet gebroken (later wel!) maar het was een vreselijk indrukwekkende week die ik mijn leven niet zal vergeten!